Gisteren en vandaag was het zover. Ik was aan de beurt voor de totale lichaamsbestraling (TBI, geen idee waar t voor staat, maar whatever.). Ik zou een voorbereidend gesprek met de radioloog krijgen en aansluitend meteen naar het apparaat. Ik was al een aantal dagen spanning aan het opbouwen. Rationeel was deze spanning niet echt gefundeerd. Er was mij al meerdere keren uitgelegd dat de dosis die op mij zou worden losgelaten erg weinig zou zijn, helemaal in vergelijking met bijvoorbeeld tumorbestraling, maar toch gaat het tussen je oren zitten. Ter voorbereiding kwam er een zwik medicatie op mijn tafeltje te staan waarvan ik nu al niet meer weet waar het ook al allemaal weer voor was. Eentje was uit de pam familie en daar werd ik lekker chill van.
Om 11:45 was het zover. Ik werd naar beneden gebracht naar de afdeling Radiologie waar het allesvernietigende apparaat staat. Dat moest dus op een bed. Ik mocht niet zelf lopen, althans, dat mocht wel maar het bed moest hoe dan ook mee. Tsja, dan laat ik me natuurlijk rijden want ik ben per slot van rekening ziek. Een wilde rit door het ziekenhuis volgde door allerlei gangetjes en liften. Het apparaat was verstopt in de krochten van het ziekenhuis. Aangekomen op de afdeling word ik aangemeld en mag ik wachten bij kamer 10. De grote hal is opgeleukt door jaren 80 schrootjes en organisch gevormde wachtbanken. Niets verraadt dat er machines van terminale destructie staan te wachten achter de deuren. Het USSR beleid is ook hier tot in de finesses doorgevoerd. Dan gaat al vrij snel de deur op en een aardige mevrouw in gele beschermde corona kleding haalt mij op. Ik krijg voorlichting over de procedure aan de hand van foto’s in een echt jaren 80 fotoboek. Mijn oog valt op een constructie in de Rietveld-kleuren achter de mevrouw. “O, daar leggen we de kinderen op die bestraald moeten worden.”. Ik kan mij niet onttrekken aan dat beeld en de barbaarse uitstraling van het ding. Ik ‘mag’ gelukkig op een stoel omdat ik langer ben dan 1 meter 50. De mevrouw vertrekt en ik word door een aardig man en diens collega opgehaald en naar de ruimte gebracht waar ‘de stoel’ staat en het apparaat.

Daar waar ik een futuristische ruimte had verwacht heb ik het idee binnen te komen in een hobby schuur. In één hoek hangt een kubusvormig apparaat waar groen/blauw licht uit komt. Het apparaat had niet misstaan in de oude SF serie Buck Rogers waarin het dienst zou doen als hypermoderne straal motor. Vlak bij de kubus staat een tafel gepropt en aan de andere kant van de kamer ‘de stoel’. Deze zou niet worden toegelaten tot Buck Rogers. Het is zo’n ergonomische kniestoel ingebouwd in allerlei constructies met balken en plexiglas. Draaiknoppen, meetlinten en moeren om de boel op z’n plek te houden. Rechtstreeks van de Praxis is m’n indruk. Hier en daar wat schuimrubber om het verblijf te veraangenamen. Ik mag plaatsnemen. Ik klim erin en de komende minuten worden doorgebracht door het in de juiste positie terecht te komen. De onsterfelijke woorden: “Niet bewegen!” worden gesproken en de spanning loopt op. De lampen gaan even uit om te kijken of ik we echt helemaal “in the zone” ben. Daarna sluiten de klapdeuren en gaat het beginnen. Er wordt drie keer een lading op mij losgelaten.

Er klinkt een geluid alsof er een vliegtuig bij de gate staat en de electrische systemen aangezet worden, nog voordat de motoren worden gestart. Dit geluid duurt iets meer dan twee minuten en de laatste ‘burst’ 30 seconden. De deuren klappen open en de poppetjes komen binnen. De stoel wordt omgedraaid. Niet alleen de voorkant maar ook de achterkant moet in het licht worden gezet. Ik heb m’n ogen tot nu toe dicht gehad maar nu kijken ik even waar ik terecht ben gekomen. Ik word met een plaatje uitgenodigd om Waldo te vinden. Dat vind ik dus gemeen. Ik zit net te ver weg en ik mocht m’n bril niet ophouden. No way dat ik Waldo ga vinden hier. De eerlijkheid gebiedt echter te zeggen dat ik zelfs in een boek die ellendige Waldo ook zelden vind hoor. Maar toch, ik moest wat te zeiken hebben. Opnieuw een cyclus van drie en de deuren slaan weer open. “Gaat het goed met je?” Ja, het gaat goed met me. Ik heb er dus helemaal niets (!) van gevoeld; maar dat is misschien ook wel het angstige. Mijn ziekte voel ik ook haast niet maar die is er toch echt wel. Chernobyl door je lijf en nothing on the hand. Ik mag op bed gaan liggen en het doel is om mij terug naar de afdeling te krijgen. De aardige man zegt me gedag en zegt: “Tot morgen!”. Ja, morgen nog een keer.
De terugreis verloopt niet helemaal vlekkeloos. De verpleegkundige van de heenweg is teruggeroepen dus ik ben overgeleverd aan de grillen van dokter Rik en zijn secondant. Wel gezellig, moet gezegd, minder efficiënt. We drukken op de “S” in de lift en komen op een gang terecht waar we niet horen. Een aantal, ietwas stoffige, figuren komen de gang op en een patiënt te aanschouwen. We krijgen het bericht dat we waarschijnlijk niet helemaal goed zitten. Die conclusie hadden we zelf ook al getrokken. Toch blijft de “S” me bezighouden. Ik heb besloten dat deze verdieping de “Secret” afdeling is. Ik denk dat de “Q” van het UMC Utrecht met zijn collega’s deze verdieping bewoond. In de jaren 70 heeft hij het ‘bed’ en de stoel bedacht. Een aantal patiënten zijn op mysterieuze wijze verdwenen nadat zij per ongeluk op deze vloer terecht zijn gekomen. Aansluitend zijn een aantal nieuwe instrumenten ingevoerd. Dat dus, “S”. De rest van de reis verloopt goed en ik word keurig op mijn kamer afgeleverd. De rest van de middag verloopt in een waas. Ik ben supermoe doordat ik al drie nachten beroerd heb geslapen. Ik heb de politieke beschouwingen aangezet en val als een blok in slaap.
Vandaag de tweede en laatse keer. Het was een vergelijkbaar verloop. De aardige man is er weer en blijkt te beschikken over een heerlijk zwart gevoel voor humor. Nadat ik slechte opmerkingen gemaakt heb op het apparaat sluit hij de deuren met de opmerking dat hij hoopt dat ik in God geloof.. “tot zo!”. En wederom bewijzen de mensen hier dat contactuele eigenschappen goed zijn ontwikkelen en helpen om het verblijf te veraangenamen. De bestralingen zitten erop. Voor alsnog heb ik nergens last van. Morgen begint de volgende hobbel. De medicatie die mijn beenmerg definitief aan gort helpt loopt dan naar binnen via mijn eigen Captain Chemo. Het volgende punt om mij druk over te maken. Maar onder de streep gaat het nu goed met mij.

Pfffffff!!! Haast sciencefiction 😯 Sterkte!!!😘
LikeLike
Dag Hans,
Onze zoon heeft ook deze bestraling gehad😔
Maar hij is er niet erg ziek van geweest.
Zoals je op de fb van Hematologie kon zien is hij 2 jaar schoon😉
Probeer vol te houden😊
LikeLike
Met je fantasie gaat het in ieder geval goed. De S van secret klinkt erg mysterieus, ik ben benieuwd of de ware betekenis van afdeling S later nog onthuld wordt!
Heel apart, maar net nu je weer opgenomen bent wordt weer regelmatig die irritante Dierenlot reclame uitgezonden, maar nu op de radio. Ik kan het niet helpen, maar moet dan telkens aan je denken 😄
Succes met het volgende onderdeel! 🍀
LikeLike
Dag Hans,
je verhaal leest bijna als een “Bond” film, ware het niet dat dit serieus gedoe is. Houd moed!
Vr Gr Petra
LikeLike
Hoi Hans,
Fijn dat dit gedeelte achter de rug is, dit kan je afvinken. ✅
Volgens mij is dit dit nog dezelfde stoel als 10 jaar geleden.
Ik denk dat je er niet ver naast zit met je idee dat het in de jaren 70 bedacht is daar. 😃
Succes morgen.
Nathalie.
LikeLike
Hé chemotijger, of moet ik je nu radiochemo-tijger noemen.
Telkens weer een flinke drempel om overheen te gaan. Pammetje hier en een pilletje daar, grijp het met beide handen aan.
En wat spannend allemaal, zeg!
We wensen je veel kracht en alle goeds en denken aan jou en die stoere chicks thuis, die jullie tot zo’n goed team maken.
Ciao!
LikeLike
Ha Hans,
Sterkte man bij het vervolg. Ik bewonder je uithoudingsvermogen en je humor. Denk veel aan je.
Groet,
Martin
Je kamergenootje van t eerste uur
LikeLike