Jan

Ongeveer zestig jaar geleden begon het verhaal van Jan en Yvon. Ze ontmoetten elkaar, werden verliefd, trouwden, kregen kinderen en bouwden hun leven op. Werken en voor het gezin zorgen. En eens per jaar stond er een vakantie op de agenda. Best bijzonder voor die tijd was het feit dat ze besloten naar het buitenland te gaan. Italië, dat was het plan. Meer dan veertig jaar geleden toog het gezin in een busje de staatsgrens over door Duitsland en Zwitserland om vervolgens laat in de avond in Lombardije aan te komen. Jan was het zat! Dat rijden en reizen. De eerste de beste camping die hij nu tegenkwam; daar zouden ze overnachten! Het was genoeg! Een smal weggetje, hobbels, tunneltje en vervolgens linksaf de heuvel af. Een grasveld met jonge boompjes en een gebouwtje met witte dampende rook uit de schoorsteen. Jan ontmoet Giovanni die ietwat onder invloed van de zelfgestookte Grappa het gezin een plaatsje toewijst aan het water van het Idromeer. Naast het boompje mag de combinatie worden neergezet, eerst maar eens voor één nachtje! Jan werkt z’n gezin de bus uit en zet z’n stoel neer richting het meer, draait een shaggie en sukkelt een beetje in slaap. Het was een lange dag geweest.

Iets meer dan tien jaar geleden zit ik met Olga in de auto. We hebben de hele dag doorgereden in onze nieuwe auto. Het is een heerlijke wagen die met gemak heel Duitsland en Zwitserland doorkruist. Cruisecontrol en airco, wat een luxe. Het ding is afgeladen vol, want vorige jaar heb ik besloten dat het kamperen in een koepeltentje en met bierkratjes niet meer kan. We hebben allebei een baan en genoeg middelen om een beetje gemak te hebben. Camping Belvedere aan het Idromeer. Een schattig klein meertje in het noorden van Italië, het land van de autosport. Voor de eerste keer naar Italië; Frankrijk is leuk maar het is zo jammer dat daar allemaal Fransen wonen. We hebben afgesproken dat we het proberen want volgend jaar kunnen we altijd weer terug naar Frankrijk. Het is wel ver en we zijn allebei moe; ik ben het zat! Nog maar 80 kilometer zegt de TomTom, dus we zouden er binnen een uur moeten zijn. Het feit dat de TomTom 90 minuten rekent moet een foutje zijn. Een uur later blijkt het geen foutje. Slingeren, hobbelen, tunneltjes en bruggetjes en uiteindelijk rijden we linksaf de heuvel af op een camping met volle bomen en bedrijvigheid. We stoppen bij een wit gebouw met witte rook uit de schoorsteen en de geur van vers eten. Het barst van de kinderen. We krijgen een plaatsje direct aan het meer toegewezen door Sergio. Tenminste voor één nachtje en morgen kijken we wel verder. Ik ben het zat. Olga en ik zetten onze nieuwe tunneltent op, pakken een stoel en zetten deze richting het water. We roken een shaggie en drinken een biertje. Genoeg voor vandaag! Rechts van ons staat een oude Bürstner caravan, vlak naast een dikke boom. Er staan twee stoelen gericht op het water met een tafeltje ertussen. Op één van die stoelen zit een oude man. Hij heeft witte sportsokken aan met daarop de Italiaanse vlag. Hij draagt een blauw Italië pet en hij dommelt. Een glaasje Grappa staat op het tafeltje. “Jemig,” zeg ik tegen Olga “Dat die oudjes ook zo ver reizen!”

Ik ben de volgende dag vroeg wakker en steek m’n kop uit de tent. Het meer is prachtig! Niet zo klein en schattig als ik me had voorgesteld maar een schoonheid zoals ik nog nooit had gezien! Hier blijven we deze vakantie besloot ik. “Goeiemorgen” hoor ik naast me. De oude man zit op z’n stoel en is omgeven door allemaal eendjes die hij regelmatig wat brood toewerpt. Ik draai een shaggie en vraag me af of de man wel naar bed is geweest of de nacht op de stoel heeft doorgebracht. “O, dat heb ik ook jaren gedaan! Je moet er mee stoppen hoor; is heel slecht voor je!” Ik raak met hem aan de praat. Het is een aimabele man met een lekker gesprekje op zak. Jan heet hij. Hij is al eens vaker op deze camping geweest vertelt hij. Z’n dochter staat er ook en hij wijst naar een grote caravan een paar ‘paadjes’ verderop. De kinderen zijn al groot maar blijven toch terugkomen naar deze camping, vertelt hij. In de loop van de dagen blijkt dat Camping Belvedere een toevluchtsoord is voor veel Nederlanders die ieder jaar terugkomen. Iedereen kent Jan. “Opa” wordt hij genoemd. Yvon wordt “Oma” genoemd. Niet iedereen is écht familie van elkaar, maar zo gaan ze wel met elkaar om. Wij voelen ons welkom en opgenomen in de club en vragen ons af wat maakt dat iedereen hier telkens terugkomt. Het is heel gezellig, maar wij kunnen niet goed aanwijzen wat maakt dat de sfeer zo bijzonder is. Het is echter een feit en we hebben een heerlijke vakantie in een prachtige omgeving met prachtig weer. Veel (sterke) verhalen en ervaringen verder vertrekken wij na twee en een halve week weer terug naar Nederland.

Olga en ik gaan het jaar erop ergens anders op vakantie. We trekken door Noord Italië en het is prachtig! Olga is zwanger dus we hebben besloten nu nog te doen wat we kunnen voordat we straks met onze handen gebonden zijn door een kind. Hoewel het prachtig is zeggen we wel tegen elkaar dat we zo snel mogelijk weer op vakantie willen naar het Idromeer. Dat is onze ideale vakantieplek. Het eerste jaar met een baby maar niet! Ik wil niet met een krijsende baby en een wc-rol onder de arm naar de toiletten lopen. We besluiten dat jaar op vakantie te gaan naar Griekenland, maar daarna gaan we weer naar Idro. Zo gezegd, zo gedaan! Vanaf dat jaar gaan we ieder jaar met ons kampeermiddel naar het Idromeer en komen daar ieder jaar min of meer tot rust. Heerlijk en gezellig met de grote familie die daar ook ieder jaar terugkeert. Jan en Yvonne zitten aan het meer op hun witte stoelen en houden alles in de gaten. ’s Ochtends loopt Jan achter zijn vrouw aan naar het toiletgebouw om haar te helpen bij het douchen en opstarten van de dag. Sinds een tijdje gaat er een rollator mee voor haar omdat zij niet lang geleden een nare val heeft gemaakt. Jan doet het zonder te klagen en zo nu en dan een slechte grap. We slaan een jaar over na de geboorte van Elsa, maar verder is het ieder jaar vaste prik én een vaste stek in de ‘straat’ van Jan. Onze kinderen groeien op net als de rest van de kinderen op de camping. Kinderen die eerst als een politie agent over de camping lopen vermaken nu meisjes die eerst nog in hun prinsessenjurk rond het zwembad dansten. Camping Belvedere lijkt een plek waar er geen zorgen zijn en alles fijn is.

Onze kinderen zijn gek op Jan

In juli 2020 trekken Olga, de kinderen en ik er weer op uit om te genieten van een verdiende vakantie. 2020 is een raar jaar; de Corona pandemie is uitgebroken en alles is dat jaar anders. Ook voor ons. We hebben een nieuw huis gekocht, moeite met het verkopen van ons oude huis en drukte en stress op het werk. We zijn toe aan vakantie. De caravan krijgt z’n vaste plaats in de straat en alles lijkt als vanouds. We hebben nieuwe buren maar Jan en Yvonne staan al op hun vaste plaats en de vaste routine begint. Van buiten lijkt het een vakantie zoals ieder jaar maar in mijn lijf spelen er zich zaken af die niet normaal zijn. Op dag twee kondigt zich (zo blijkt achteraf) een flinke galblaasontsteking aan. Mijn gezin vermaakt zich maar ik heb buikpijn, hevige buikpijn. Niets gaat vanzelf bij mij en flinke pijnstilling is nodig om de dagen door te komen. Dat lukt redelijk, in zoverre, mijn gezin kan vakantie vieren. De rest is geschiedenis. Jan ziet het allemaal met lede ogen aan; probeert met een grap zijn zorg kenbaar te maken. We vertrekken een week te vroeg. De wijze van vertrek liet zien wat een mooie club er op de camping zit. In no time was de hele caravan ingepakt en klaar voor vertrek. Olga en ik zaten thee te drinken bij de overburen. De volgende ochtend steekt Jan een bloemetje tussen het kenteken van de auto voor geluk. We nemen afscheid alsof het de normaalste zaak van de wereld is. “Tot volgend jaar en goede reis!”. Bij het wegrijden zie ik Jan op z’n Italië sokken in mijn spiegel staan te zwaaien. Tot volgend jaar Jan!

31 augustus 2020 is het begin van mijn blogverhalen. Veel van deze verhalen refereren in meer of mindere mate naar de plek aan het Idromeer in Italië. De plaats waar ik van houd met mensen waar ik van ben gaan houden. In september 2020 kwam een laatste vakantie op deze plaats bovenaan mijn Bucketlist. Samen met deze mensen, samen met Jan. Ik leek dit nauwelijks te gaan halen. Maar op wonderbaarlijke wijze heb ik het gehaald! Ja, ik wel. Op 9 juni krijg ik een Whats App bericht binnen van een Idro-vriend. Jan is er vanaf dit jaar niet meer bij. Hij is onverwacht, een kort maar hevig ziekbed, overleden. Zoals Isis zegt: “Vloekwoord, vloekwoord!”. Dit was dus niet de bedoeling! Wat ongelooflijk waardeloos is dit! Jan is niet meer! Deze plottwist had ik niet verwacht.

Wij zijn net teruggekeerd van een fijne vakantie op camping Belvedere. De oude Bürstner staat op z’n vertrouwde plek maar één van de stoelen blijft leeg. De eendjes moeten zichzelf redden. Maar Jan is niet weg. Op onze eerste dag raast er een keiharde wind over de camping die menig voortent en luifel flink op z’n donder heeft gegeven. Jan laat even van zich horen. De hele vakantie zijn er momenten waarop hij ter sprake komt een ‘aanwezig’ is. “Jan had dit mooi gevonden.” Jan is op meerdere manieren verenigd met zijn favoriete plaats.

Jan, ouwe gek. Wat heb ik toffe momenten met je beleeft en wat mocht ik je graag. Wat een goeie en zorgzame man ben je geweest. Je wordt gemist, maar dat weet je vast zelf ook wel. Dank voor de herinneringen man! En wie weet, stiekem, zien wij elkaar over niet al te lange tijd. Dan gaan we samen over de camping jagen en zo nu en dan een luifel van een Duitse camper afblazen. Zo nu en dan een tak van een boom afbreken vlak voor een man met een veel te dure auto die zich ergert aan “zoveel Nederlanders die elkaar kennen”. Ik hoop het, maar als je het goed vindt dan plak ik er eerst nog wat jaren aan vast. Er moet toch volgend jaar ook iemand aan jullie luifel hangen als de storm aan komt rollen over het meer!

En de nacht is gevallen over de vakantie 2021… gehaald!

8 Reacties op “Jan”

  1. Hé Hans, ( ik ben zo vrij om je te tutoyeren) ik ken je niet persoonlijk maar ik volg je na het interview in het AD, en heb jouw mails terug gelezen. Ik lees jouw mails soms met ‘n traan maar vaker met ‘n glimlach om de mond. Het is echt kut (sorry voor mijn woordenkeus) voor jou en zeker jouw meiden dat dit jou moest overkomen. Normaal gesproken ben ik niet van het reageren maar nu voelde ik dat ik dat wel moest doen. Veel heb ik niet te vertellen alleen dat ik onwijs veel bewondering voor jou heb voor de manier waarop jij erover schrijft. Dat zegt niets over hoe jij dat door moet ploegen natuurlijk. En ik voel dezelfde bewondering voor jouw meiden. Ik wil nog veel meer schrijven én tegelijkertijd weet ik niets te zeggen. Eigenlijk best raar dat vreemden zomaar de behoefte voelen om iets te schrijven omdat dát iets zegt over de persoon die dat doet. Neem het me maar niet kwalijk. Het is goed bedoeld.
    Met vriendelijke groet

    Marian

    Like

  2. Prachtig eerbetoon aan Jan.
    Doe jij er nog wel een paar jaartjes Idro aan vast plakken!
    Wel leuk om een keer relaxt heen en ook weer terug te gaan zonder al die gekkigheid. Ook leuk voor Olga en de kleine dames. Lekker saai kan ook best lekker zijn namelijk.

    Like

  3. Piept Jan er zomaar tussenuit terwijl jij dacht dat die zeis op jou zou vallen….. wat een gemis van zo’n markant persoon!
    Tegelijkertijd ontzettend fijn te horen dat het “gewoon” gelukt is, je hebt het geflikt met je meiden, weer een vinkje en door! Op naar het volgende vinkje! Ik hoop dat er nog heel veel vinkjes maar vooral heel veel jaren bij mogen komen!

    Like

  4. Wat prachtig verteld Hans! Gaaf dat jullie vakantie naar die dierbare plek kon doorgaan en dat jullie het fijn hebben gehad! Wat zou het fantastisch zijn als dit niet jou laatste vakantie was daar!! Heel veel sterkte!

    Liefs (tante) Jos

    Like

Geef een reactie op Corina van Oostrom Reactie annuleren