Koffie, koffie, lekker bakje koffie…. wat knapt een mens daar van op! Of, tenminste wat knapt een mens daar van op? Mijn dagen zijn pas echt begonnen nadat er tenminste één bakje koffie in m’n mik zit; het liefste twee. Na uitgebreid onderzoek heb ik een aantal jaren geleden geïnvesteerd in een goede machine die met één druk op de knop een fantastische koffie oplevert. Het kost een paar centen, maar dan heb je ook wat. Vanochtend werd ik wakker na een (wederom) slechte nacht en bestelde bij Thuisbezorgd ondermeer de koffie. Deze stond te dampen op de ontbijttafel en de damp kroop m’n neus in. Gatverdamme! Kokhalzen is een te groot woord maar een hardgrondig Gatverdamme was op z’n plek. In de boekjes van mijn chemische behandeling stond dat smaak en geur kunnen veranderen, maar voor het gemak had ik daar de koffie niet in meegewogen. Hoe zou ik met deze tegenslag gaan copen? AML oke, maar een afkeer tegen koffie?
Ongemakken en voortekenen dat de chemotherapie iets aan het doen is. Dat is het thema van deze dag. Ik heb wat last van m’n keel, benen, mond allemaal net iets meer dan in de marge. De dokter die langskwam vertelde dat dit bij de chemo hoort. “Het wordt ook wel een beetje tijd” zei hij “als er niets zou gebeuren dan zou ik mij achter de oren krabben.” In gedachten heb ik hem iets heel naars aangedaan hoewel hij natuurlijk gelijk heeft. De verwachting is dat het de komende dagen zal toenemen met de ongemakken en klachten. Ik ga ontdekken waar een mens allemaal te maken heeft met slijmvliezen en dan vooral hoe het voelt als ze het niet meer goed doen. Ik kan niet wachten.
‘Normaal doen’ spreek ik met mezelf af. Ik loop al dagen in joggingbroeken omdat die lekker zitten en makkelijk zijn. Vandaag heb ik me in m’n enige spijkerbroek gehesen. Het is bijzonder te merken hoe het aantrekken van accessoires iets doet met de gemoedstoestand. Ik denk dat het dragen van een uniform de zelfde uitwerking moet hebben op mensen. Binnenkort es een van de verpleging regelen en kijken of ik een dag in een verpleegkundigenuniform kan rondlopen. Normaal doen is het credo vandaag.
De relatie tussen geest en lijf is wel bijzonder. Ik heb nog niet zo waardeloos geslapen als de afgelopen nacht in het Hotel. Toch zijn er momenten op dag 6 dat ik met best oke voel. Een lach op je gezicht zetten maakt feitelijk dat er ook een kleine lach door het brein gaat. Bij mij werkt dat slechts kort omdat er bijna altijd weer een “everiebaddiefakjoe” middelvinger achteraan komt. Maar toch heb ik een aantal bonus momentjes vandaag.
Ik merk dat ik me ga overgeven, dat was slim zei de maatschappelijk werkster van B2. Ik hoef niet alles te controleren. Ik hang wat op bed en donder in slaap doordat ik moe wordt van het niets doen… (ook iets met bloedwaarden, maar ik ben (nog) geen dokter..).. Al met al is de dag niet heel verkeerd gelopen. Rond een uur of vier op de weegschaal en de onvermijdelijke plasmedicatie. Het wedstrijdje is weer begonnen. Ik troost met met de gedachte dat morgen de laatste zak chemo wordt ‘aangehangen’… ik ben al een stukje in Duitsland en ben op zoek naar een Raststätte om even op adem te komen.

Hoi Hans, los van de ellende die je mee maakt, vind ik je stukjes leuk om te lezen. Fijn om te lezen hoe het met je gaat en wat je allemaal mee maakt, maar ook een mooi inkijkje in hoe het gaat in het ziekenhuis. Ik kijk er eigenlijk al dagelijks naar huis 🙂
Wellicht kan je aan de red bull?
LikeLike