Als ik wakker word op dag 3 ben ik opgewekt. Ik heb verbazingwekkend goed geslapen. Ik kan met het inslapen niet meer goed herinneren en word wakker op de, voor mij, normale tijd van half zeven. Fysiek geen echte klachten. De dag kan weer beginnen. Ik ben blij dat dit dus ook kan in een ziekenhuis.
Als ik echter uit m’n bed stap en mijn kamergenoten begroet blijk ik de enige te zijn in deze stemming. Mark kan met moeite uitbrengen dat hij geen oog heeft dichtgedaan en hoopt dat hij mij niet te veel heeft wakkergehouden. Hoewel ik al wist dat hij geen ochtendmens is schrik ik wel van zijn conditie vanochtend. Uiteindelijk sleept hij zichzelf uit bed naar de ontbijttafel en werkt met zichtbare tegenzin iets van voedsel naar binnen. “Dat doe ik op ratio en niet omdat ik zoveel zin heb!” had hij mij al eerder verteld. Daarna gaat het snel. Mark wordt aan alle kanten gecheckt en gecontroleerd. Koorts, uitgedroogd, testje zus, testje zo en uiteindelijk het besluit dat hij in isolatie moet omdat hij mogelijk een of andere bacterie bij zich draagt. Het zou Mark een zorg zijn want hij zit vooral te slapen in z’n bed en krijgt de wereld niet echt meer mee. Als hij de kamer wordt afgereden steek ik m’n duim op en zeg ik dat ie het niet te gek moet maken.
Als er een weggaat komt er ook weer iemand terug. Een oude bekende zo blijkt. Toen ik aan het logeren was voor het verwijderen van mijn galblaas had ik bij Jaap op de kamer gelegen. Hij was terug na een geslaagde stamceltransplantatie. Er was iets met een virus nu waardoor hij aan het infuus moet en moet blijven logeren. Hoorde bij de transplantatie. Het klinkt misschien wat raar maar toch gaf het weerzien best een vertrouwd gevoel.
En dan stort ik een beetje in. Ik ervaar een bedrukt gevoel en merk dat m’n tranen me hoog zitten. Mark had al gezegd dat het niet reëel is elke dag optimistisch te zijn, en daar had hij gelijk in. Zijn vertrek naar een andere kamer en zijn snelle achteruitgang was voor mij nogal confronterend. Erg vervelend voor hem dat hij zo ziek is, maar dit is mijn voorland bedacht ik me. Iedereen reageert anders op de kuren, maar ik kan me niet voorstellen dat mij de bijwerkingen bespaard blijven. De tranensluizen gaan open op verwachte en onverwachte momenten. Muziek luisteren is heftig vandaag en zodra ik iets moet zeggen over mijn meiden thuis kan ik het niet drooghouden.
Ik zou vandaag op de PAAZ afdeling van het UMCU niet misstaan denk ik. Het ene moment vol goede moed en grappen. Het andere moment een huilend en snotterend figuur op het bed. Huilen is goed voor een mens zeggen ze, maar ik vind de bijwerkingen van huilen flink waardeloos. Volle neus, ogen en een wattenkop. De neus snuiten is een avontuur dat in toenemende mate gepaard gaat met bloedverspilling. Dus huilen liever niet. Maar er is, voor mij overigens, geen alternatief. Als ik ga dan ga ik.
En dan is er nog de sneeuw. De maanden na mijn diagnose ben ik gaan wandelen elke dag. Niet door vertellen, maar ik heb mezelf erop betrapt dat ik er plezier aan beleef en voornemens ben dit na mijn ontslag uit het ziekenhuis ook blijf doen. Ik zou zo graag wandelen in de sneeuw! Sneeuw is mijn favoriete jaargetijde… En dat mag ik dan aanschouwen vanuit mijn geconditioneerde aquarium van B2 Oost. Dat vind ik gewoon ronduit Kwalitatief Uitermate Teleurstellend. Ik huil maar weer es wat en bel met Olga. Deze heeft samen met de meiden een plaatsvervangend sneeuwavontuur georganiseerd waar ik erg om moet lachen.
Aan het einde van de dag hang ik wat op bed en kijk Wie Is De Mol; Ik denk Marije. Morgen ga ik mijn vriend, de infuuspaal, een naam geven. En morgen ga ik een film kijken op Pathé thuis. Dag 3 zit erop.

Hoi Hans, mijn infuuspaal heette Ali Chemikali.
De mijne hing naast de zakken levensreddende middelen vol met geluksbrengende en humorbrengende poppetjes, sleutelhangers etc. Het zag er vrolijk uit. Je wordt er steeds handiger mee. En de paal in Utrecht vond ik praktischer dan die in Meander. Maar wat heb ik dat ding af en toe vervloekt. Zeker met douchen. Alleen je spullen al naar de badkamer krijgen is een onderneming. Ik hing een grote pedaalemmers aan Ali met mijn spullen erin. Daar kon dan het vuile goed op de terugweg naar huis weer in. Heb je ook al ontdekt dat er speciale Picclijnhoesjes bestaan? Erg praktisch. Geen gerommel met verbanden en gaas. Vooral handig tussen de kuren in.
Succes met je rondjes lopen vandaag. Het is saai maar doe het toch. Het helpt echt. Waarschijnlijk krijg je ook wel bezoek van een fysiotherapeut. En ze hebben ook een goed systeem van mensen om mee te praten. Al vind ik dat diverse verpleegkundigen daar ook erg goed in zijn. Werkt Sander/Sandor er nog? Die heeft mij zeer goed geholpen.
Sterkte hans! Zet hem op.
LikeLike
Dank je wel Ans. Ik geloof niet dat ik Sander gezien heb.. maar ik ben onderweg een deskundige te worden met mijn Chef Chemo…
LikeLike
Gelukkig goed geslapen. Vecht maar niet tegen je tranen, ze zijn er niet voor niks.
LikeLike
Hoi Hans,
je komt vast op een goede naam voor de paal, jou kennende, die waterlanders zo begrijpelijk, heb je die trui of t shirt nog? Wat stond daar ook alweer op? Grumpy? Dat mag je zijn hoort er ook bij, lieve dappere Hans (het inzepen is je in ieder geval bespaard gebleven dat dan weer wel)
LikeLike
Corrie! Natuurlijk heb ik mijn Grumpy shirt mee! Die mag in dit traject niet ontbreken!
LikeLike
Ah ja…die wisselende momenten zijn heel begrijpelijk. Je hebt al genoeg aan je eigen rollercoaster maar krijgt die van je kamergenoten er ook bij. Stap voor stap verder. Hopelijk heb je weer een goede nacht vandaag.
LikeLike