Vandaag was het moment van mijn derde beenmergpunctie. Hoewel ik al weet hoe een en ander verloopt heb ik toch weer spanning. Vorige week hadden ze geprikt in het borstbeen en dit was heel soepel verlopen. Vandaag was mijn heup weer aan de beurt omdat ze ook een botbiopt wilden afnemen. Ik had best lang last gehad van mijn eerdere punctie uit de heup, dus ik zag er serieus tegenop.
Even de techniek, vanuit mijn lekenblik. Beenmerg (dat geoogst kan worden) bevindt zich bij volwassenen op twee plaatsen in het lichaam; het borstbeen en de heup. De poppetjes verdoven de huid en het botvlies. Even duwen en draaien en het laten inwerken. Na een tijdje prikt ze een dikke naald in je lijf totdat ze het bot voelt. Even goed ademen en ze jast de naald naar de kern van het bot waar het merg woont. Adem in adem uit en het rode goud wordt opgezogen en in een buisje weer losgelaten. Het opzuigen is, soort van, gevoelig. Daarna wordt er een soort kit-pistool naar binnen gejast en na serieus duwen en sjorren wordt er een monstertje uit een bot getrokken. Klik-klak en klaar. Naald eruit, gaas erop, pleister erop en afdrukken maar. Tijdens de procedure lig ik op m’n linkerzij in de foetus houding. Hoofd naar beneden en kin richting de neus. De inmiddels welbekende opmerking: “Niet bewegen!” wordt ook een paar keer genoemd. Ongeveer 10 minuten en klaar is het al weer. Een paar maanden geleden dacht ik dat dit ongeveer het ergste op de wereld was, maar tegenwoordig is het slechts één van de onaangename gebeurtenissen. Volgens mij is het gevoel het beste te vergelijken met een wortelkanaalbehandeling bij de tandarts. Als de tandarts z’n werk goed doet is het onaangenaam, maar niet pijnlijk tijdens de behandeling.
Maar dit bericht schrijf ik vooral omdat ik me weer eens realiseerde hoe goed de dokters en verpleegkundigen de patiënten ondersteunen. Ik heb diep respect voor hun vak. Deze arts en verpleegkundigen zijn echt mijn helden van vandaag. Als de ingreep niet serieus geweest zou zijn zou het bijna gezellig zijn geweest. Zowel de dokter als de verpleegkundige stonden bol van de grappen met rauwe randjes. Blijkbaar hadden ze in een korte tijd ‘gelezen’ dat ik goed ga op dit type humor.
Zoals eerder opgemerkt ben ik op mijn (goddelijke) lijf gezegend met de nodige beharing. Ik vroeg om een scheerbeurt in het rampgebied. Hierop reageerde de verpleegkundige onder meer door aan te geven dat zij teleurgesteld was dat ze me geen waxbeurt mocht geven. Vervolgens ging de procedure van start. Hoofdzakelijk werd ik professioneel gecoached op mijn ademhaling. Maar in de tussenzinnen werd ik getrakteerd op foute opmerkingen van de arts. “Tsja, zo halverwege vraag ik me af hoe je vindt dat ik het doe, het is mijn eerste keer..” Ik moest serieus lachen en bevestigde haar dat ik tevreden was waarop zij mij vroeg of ik aansluitend haar evaluatie wilde invullen. Later verzuchtte ik dat artsen zoals zij wel een sadistische inslag moesten hebben om dit werk te doen. Ik gaf haar toestemming om dit, conform de protocollen, keurig te ontkennen. Dit deed ze niet. Ze vertelde dat ze dit leuke klusjes vindt en dat haar man het inmiddels niet meer pikte om als proefpersoon te moeten fungeren. En zo ging de procedure gestaag door. Foute grappen maken het lijden dragelijk en als de witte jassen er aan mee doen wordt het nog makkelijker.
Ze hebben beiden hun naam een paar keer gezegd tegen mij. Ik ben het weer vergeten. Maar deze twee hebben, net als veel van hun collega’s, lekker gewerkt om mij te laten ontspannen en zelfs lachen. Dat is knap. Superfijn! En laat ik dit bericht gebruiken als een bedankje voor hen.
De uitslag moet nog volgen. Maar als dit de trend kan worden voor de komende maanden dan gaat t mij helpen om er het beste van te maken. Zwarte humor in zwarte tijden!

😊
LikeLike