Challenger

Ik merk dat ik me de afgelopen maanden aangetrokken voel tot rampverhalen en scenario’s; en dat is in mijn verhalen ook terug te vinden. Ik zag op Netflix een doc over de space shuttle Challenger. Er hing nogal wat vanaf. Amerika deed mee in de space race tegen de USSR. NASA had beloofd aan de politiek dat er in korte tijd een hele zwik van die shuttles de ruimte in zou worden geschoten. Het voortbestaan van NASA hing er vanaf, banen van hooggeplaatste mensen hingen er vanaf en ego’s stonden op het spel. Diep in de krochten van de NASA was reeds bekend dat er grote risico’s waren bij het lanceren van de machines. Dit werd vakkundig weggemoffeld in een bureaulade en het programma ging door. Tijdens de nacht voor de lancering is nog getracht door lager geplaatsten om de risico’s voor het voetlicht te brengen maar dit mocht niet baten. De lancering moest en zou doorgaan. Op 28 januari 1986 worden de motoren gestart en de bemanning gelanceerd waarop vervolgens na 73 seconden het ruimteveer ontploft. Nadien wordt duidelijk dat er een kettingreactie in het (politieke) circuit heeft plaatsgevonden waardoor uiteindelijk niemand op de rem is gaan staan en de lancering heeft voorkomen.

Na mijn PET scan begon het wachten op de oproep van het UMCU; het groene licht was gegeven. Ik had geen idee hoe lang dit zou gaan duren.
Feitelijk was er nog steeds niets veranderd in mijn conditie. Mentaal en gevoelsmatig wel degelijk. Ik zat in een soort over-alerte staat waarbij ieder kraakje en pijntje meteen reden was voor alarm. Als ik loop op mijn sokken dan knakt mijn enkel regelmatig. Soms heb ik een steekje op de plek van mijn galblaas, hij zou toch niet weer ontstoken zijn? Ik heb soms een uurtje last van een verstopte neus, als het maar geen Corona is. Welke bom tikt er in mijn lijf? Het televisieprogramma “Ik Hou Van Holland” heeft zo’n spelletje waarbij de kandidaten een taart door moeten geven en uiteindelijk zal deze bij iemand ploffen… die heeft verloren. Mijn dagelijks leven voelt zoals het doorgeven van deze taart. De dialoog tussen mijn hoofd en mijn hart is onuitputtelijk, een grote ping-pong wedstrijd. Daar waar ik tot een half jaar geleden nog goed kon duiden of een (fysieke) klacht serieus was of slechts een kleine hick-up is de thermometer nu mijn beste vriend geworden. De dokter had duidelijk gezegd dat ik bij verhoging en koorts aan de bel moest trekken. Ik was bang dat ik de signalen van mijn lijf niet goed zou interpreteren en vervolgens met spoed op een SEH terecht zou komen.
Daar waar ik voor 31 augustus een licht neurotische man was merk ik dat ik nu soms gewoon ronduit angstig ben. Vanwege mijn slechte motoriek stoot ik regelmatig mijn teen. Ik ben dan bang dat er een blauwe plek komt en deze niet weggaat. Tijdens een wandeling gaat mijn hartslag omhoog, wat nou als m’n hart er de brui aan geeft.

Ik had nogal hardhandig geleerd om de betrekkelijkheid van het leven te gaan zien. Hoewel het leven voor mij niet het hoogste goed is, is het ineens afscheid moeten nemen weer wat te veel van het goede. Ik had besloten mij volle bak te committeren aan de behandeling die nodig is. Maar deze relativering en besluitvaardigheid ben ik in mijn lichaam volledig verloren. Wat is er gaande onderhuids? Welke triggers zijn al aanwezig voor een ophanden zijnde ramp van binnen. Wie in de fabriek heeft al kennis van deze bommetjes. Praten ze allemaal nog wel met elkaar? De communicatie is in elk geval verstoord had de dokter gezegd. “Het ‘voordeel’ van jouw ziekte is dat je lijf minder signaleert dat er ergens een ontsteking is waardoor je minder snel pijn zal hebben van bijvoorbeeld jouw galblaas..” Aansluitend in de harde realistische context geplaatst omdat pijn één van de belangrijkste signaleringsfuncties is. Daarom zouden ze mijn bloedwaarden goed in de gaten blijven houden.
Voor Olga moet dit nogal irritant zijn. Zij functioneert een beetje als mijn externe signaleringssysteem. Als ik denk dat ik te warme ben moet ze even aan m’n voorhoofd voelen. Bij een gestoten teen moet ze even met mij kijken of er letsel is. Olga heeft er een dagtaak bij gekregen. Dokter Olga..

In de vroege ochtend van 28 januari worden de knoppen van de lanceerinrichting van NASA op de juiste posities gezet. Temperaturen zijn oke, druk in de ketels is oke, telemetrie doet t en de bemanning is goed aangesloten op de systemen. All systems go! Er wordt afgeteld tot lift off. “10,9,8,7,6,5.. main engine start…. 3,2,1… lift off!” Terwijl de communicatie tussen de shuttle en het space centre normaal verloopt, loopt in de raket de temperatuur op. De snelheid is hoog, er is geen weg terug… Het point of no return wordt bereikt.. de motoren mogen verder worden opengezet en gelijktijdig een steekvlam die verder niemand ziet… een onvermijdelijke steekvlam omdat een rubberen ring niet meer flexibel was…. Hierover stond iets geschreven op een memo die ergens in een la lag bij NASA. En dan op seconde 73 een grote explosie en de Challenger en haar bemanning is niet meer!

Ik voel me dus een beetje een astronaut die wacht op de lancering in het vertrouwen dat iedereen doet wat hij moet doen. T minus 30 years and counting…

De Duitse variant is eigenlijk leuker, maar die verstaat niemand…..

Eén reactie op “”

  1. Wat een herkenbaar verhaal Hans. Ik had al angst gericht op ziekte maar bij tijd en wijlen denk ik nu dat ik van alles mankeer. Gelukkig heb ik mijn eigen “Olga”. Alleen heet de mijne Casper;-)Sterkte. Ik kan je niet beloven dat alles goedkomt. Probeer je lichaam nog een beetje te vertrouwen. De achtbaan is vertrokken. Je zult de rit af moeten maken.Sterkte, AnsVerzonden vanaf mijn Galaxy

    Like

Geef een reactie op ans Reactie annuleren