Ik ben sinds gisteren (zondagavond) weer thuis. De koorts is weg en de overige ongemakken zijn verworden tot irritaties en reminders dat hier en daar nog niet alles in orde is. De meisjes blij en ik blij. Na een onrustige nacht is vandaag het leven weer zoals het was.
Mijn weekend in het ziekenhuis was bijzonder en regelmatig hilarisch. Vanwege een hoge bezetting was er voor mij geen plaats op de Hematologie waar ik zou ‘horen’ met mijn ziektebeeld. Ze hadden alleen nog plaats op de Interne en dan specifiek op de Geriatrie. Eerder beschreef ik mijn kamer als een bezemkast en die beschrijving blijft passend. In de wetenschap dat ik (hopelijk) slechts een paar dagen zou logeren heb ik het geaccepteerd. Als het allemaal langer zou gaan duren had ik aan de bel getrokken.
Mijn eerste stap was het naar beneden zetten van de thermostaat. Deze stond op een comfortabele 26 graden. Hoewel ik last heb van nachtelijk zweten lag in deze kamer de oorzaak wel echt voor de hand. 19 graden was beter en overdag 20. De volgende stap was ontdekken waar de grenzen lagen. En die lagen in vergelijking met de Hematologie best ver. Ik mocht zelf naar een koffie automaat toelopen en zelfs een luchtje scheppen in de tuin als ik niet aan een infuuspaal vastzat. En als laatste heb ik besproken dat ik niet graag aan de paal vastzat als er geen medicatie liep. Ik ben dus elke keer afgekoppeld als de boel was ‘ingelopen’. Dus comfort was redelijk goed te doen. Nadeel van het afkoppelen was dat ik een paar keer een nieuw infuus kreeg omdat er iets mis was met de plaatsing. Maar mijn logeerpartij heeft een hilarisch moment opgeleverd.
Op enig moment zat ik op mijn bed in afwachting van een nieuw infuus. Ik keek op de kamer van ‘Willem’ en ‘Roelof’. Beiden zijn niet helemaal meer in orde. Op enig moment vroeg Willem aan Roelof of deze wilde helpen bij het oplossen van een mysterie rond zijn kleding. Deze was op wonderbaarlijke wijze verdwenen en hierover was Willem ontstemt. Roelof wilde helpen omdat hij het schandalig zou vinden als het ziekenhuispersoneel met de kleding aan de haal was gegaan. Het onderzoek begon bij de lockers waarop de naam stond geschreven van de patiënten. Allereerst de locker van Roelof. “Hierop staat mijn naam. Ik zal hem opendoen en dan zal je zien dat hierin mijn kleding zit. Ja, zie je wel?” Willem bevestigde wat hij zag en met name dat het niet zijn eigen kleding was. Als tweede was mijn locker aan de beurt. “Douma? Die ken ik niet.” Ik gaf aan dat dit mijn naam was, maar dit veranderde niets aan de beraadslagingen. Onbekend. En aansluitend was de kast waarop ‘Willem’ stond. Willem gaf duidelijk aan deze man niet te kennen. Het zou dan ook ongepast zijn deze locker te openen. Roelof deelde dit. Ze lagen dan wellicht in het ziekenhuis omdat men dacht dat ze ziek waren, maar de fatsoensnormen golden ook hier. Als laatste werd de linnenkast van de verpleging opengedaan. De conclusie van beide mannen was dat hier de kleding van Willem had moeten liggen maar dat de verpleging deze had ingenomen. Willem raakte ietwat ontstemt en zou de verpleging er wel naar vragen. De mannen gingen samen aan tafel zitten en al snel was de expeditie vergeten.
Ik schrijf dit niet om aanstoot te veroorzaken. Deze mannen zijn ziek en kunnen zichzelf niet reguleren. Ze hebben hun leven geleefd en zijn ‘slachtoffer’ van een ouderdomsziekte. De positieve noot is dat zij zelf weinig tot geen last hebben van hun aandoening. Zij hebben mij een leuk moment bezorgd, waarvoor dank.
Aan de andere kant leverde het ook een kort moment van bezinning op. In mijn huidige conditie met mijn huidige diagnose zal ik waarschijnlijk niet zo ver komen dat ik ook slachtoffer word van deze ziekte. Dit was best even confronterend. En ook relativerend. Iedere fase van het leven kent zo weer z’n uitdagingen. De een is wat explicieter dan de andere.
Ik ben nu thuis in afwachting van wat er in Rotterdam gaat komen. De hoop en/of verwachting is dat ik gewoon ‘door’ kan maar dan met een iets later schema. Aan mijn artsen zal het in elk geval niet liggen. Maar tijdens het afwachten schuilen er gevaren zoals ik donderdag j.l. aan den lijve heb ervaren. En ook nu ik thuis ben zitten er gevaren verstopt. Een neus bijvoorbeeld van Elsa. Deze hebben we geheel volgens protocol thuisgehouden en vanmiddag gaat ze ouderwets neuspoeren bij de GGD. Als er iets gaande is ben ik weer de sjaak. Het leven (hoe lang of hoe kort ook) zit vol met uitdagingen. Ik vind dat er de laatste zes maanden weinig echt leuke zijn geweest. Ik hoop dat het allemaal losloopt en ik vrijdag alsnog naar Rotterdam kan. Tot die tijd houd ik de gordels vast want ik ben voorbereid op turbulentie.
