Een grote controlekamer met veel knopjes, metertjes en schermen. Mensen in witte laboratoriumjassen en een slagersmutsje die op een krakende bureaustoel zo nu en dan aan de knopjes draaien en de corresponderende gegevens in een map schreven. Een paar meter daarachter een bureau met een ietwat magere man in de zelfde outfit die stapels mappen doorkijkt terwijl hij onafgebroken sigaretten rookt. Zo nu en dan roept hij, op felle toon, iets tegen zijn medewerkers om vervolgens de rinkelende rode telefoon op te nemen. “Nu is de tijd! Druk maar op de rode knop!” De man schalt: “Nu!” door de ruimte en de rest is geschiedenis.
We schrijven 21 oktober 2020. Ik heb mij zojuist gemeld bij de receptie radiologie in het Meander MC. Tijdens het laatste gesprek met de Hematoloog was besproken dat ik ‘over zou gaan’ naar het UMCU voor de uiteindelijke stamceltransplantatie. Maar voordat het UMCU mij zou willen behandelen zou er eerst uitsluitsel moeten komen over een klein plekje in mijn linkerlong. Het was waarschijnlijk niets ernstigs maar het was beter dat maar vast op voorhand uit te sluiten. Ik ging op voor de PET-scan (positron emissie tomografie). Ik had daar wel eens van gehoord van mensen die tumoren en andere kwaadaardige toestanden in hun lijf hadden, zonder er een uitgesproken gewicht of oordeel aan te hangen. Ik was echter heel erg gespannen en bang.
In de bijsluiter stond, terloops, benoemd dat er voorafgaand aan de scan een infuus zou worden geplaatst waardoor een radioactieve vloeistof zou worden ingebracht. Het zou kunnen dat kort voor de behandeling deze ineens geannuleerd zou worden omdat het materiaal niet goedgekeurd zou worden bij aankomst op het laboratorium. ‘Helaas bent u dan als patiënt die dag voor niets naar het ziekenhuis gekomen en wordt er een nieuwe afspraak met u gemaakt.’ De hele behandeling zou twee uur duren waarna ik naar huis zou mogen.
Radioactieve vloeistof in mijn lijf. Ik dacht aan de beelden van de brandweermannen in Chernobyl die in een regenjas naar het dak van de reactor gingen met een schep om brokken van de reactorkern naar beneden te scheppen. Bijna allemaal zijn snel na hun schepdienst overleden als gevolg van de straling. Deze mannen moesten van Gorbatsjov en wisten eigenlijk niet beter. Wat maakte dan dat ik zonder expliciet voorbehoud nu hier in de wachtkamer zat. Ik zou kunnen opstaan en weglopen. Niemand zou me herkennen omdat ik een mondkapje droeg. Ik was nogal gespannen.
De verpleegkundige haalde me op en leidde me naar de krochten van het Meander en ik mocht op een bed gaan zitten in een klein kamertje. Felle tl-verlichting stond aan zodat de mevrouw mijn aderen goed zou kunnen zien voor het infuus. Ze vertrok om de radioactieve stof op te halen. Dit was het moment van de waarheid. Was ik voor niets gekomen of moest ik mijn regenjas aan doen en mijn helm opzetten? Even later hoorde ik een karretje over de gang rammelen en ging de deur van mijn kamertje open. De verpleegkundige kwam binnen met een platliggende thermosfles waaruit een stangetje stak. Er zat een gele sticker op. Ik heb niet meer gekeken. Irrationeel natuurlijk allemaal, maar toch; ik heb niet gekeken. De vloeistof werd ingespoten en daarna moest ik een uur stil liggen. Zo min mogelijk bewegen om de vloeistof op de goede plaatsten te laten komen. NIET BEWEGEN! Dat is het zelfde als tegen een klein kind zeggen dat ze niet met hun vingers aan die ene rode knop mogen zitten. NIET betekent WEL! Ik lag op mijn rug op bed en had muziek aan op mijn telefoon. Ik ging verliggen en toen kletterde mijn, net nieuwe, telefoon op de grond. NIET BEWEGEN! Recht boven de deur hing een webcam. Zouden de mensen achter de knoppen het gezien hebben? Zou de camera actief worden bij beweging? Ik moest nog zeker 40 minuten stilliggen! Met gevaar voor eigen leven heb ik uiteindelijk mijn telefoon van de grond geraapt. Er volgden geen represailles uit de controle kamer.
Er brandde zacht licht in de kamer, althans; daar ging ik van uit. Misschien was ik het zelf wel. Hoeveel radioactieve stof is er nodig om iemand te verlichten?
Na een uur werd ik voorbereid om door de CT Tunnel te gaan. Eerst nog even naar de WC; wel even gaan zitten omdat er anders radioactieve spetters in de ruimte zouden komen. Vervolgens voert een verpleegkundige me naar de VT Tunnel. De mevrouw daar achter de knoppen stak haar hand op en deed vervolgens haar werk ongestoord. Ze drukte op de rode knop en vervolgens ging de scanner zoemen en langzaam bewegen. Na ongeveer 20 minuten was het klaar en mocht ik naar huis. De uitslag kwam later en deze hield verder weinig verheffends in voor mijn aanstaande stamceltransplantatie.
De kernramp in Chernobyl heeft nogal een nasleep waarbij ook nog op de dag van vandaag, bijna 35 jaar later. Ik ben benieuwd wat de nasleep voor mij zal worden over 35 jaar. Zou ik dan nog heel erg zachtjes licht geven als ik naast Olga in bed lig? Als dat zou kunnen dan teken ik er vandaag nog voor!

