Na 31 augustus begon het grote wachten. Ernst Bobbie en de Rest hebben er een liedje over: “Wachten, wachten, wachten duurt zo lang…..”. Ik vind dat ze moeten worden opgenomen in de het grote boek der Nederlandse wijsgeren… het is erg waar!
Allereerst wachten op de uitslag van het chromosoom onderzoek. Dokter Bloed had al verteld dat dit een tijdje ging duren. En op 28 september was het dan zo ver. Olga en ik zaten in de zelfde wachtkamer als op 31 augustus. Ik hoorde bij de club, dus het gevoel was op voorhand al anders dan een maand geleden. De blije gezichten op de folders sprongen ons tegemoet, maar ik ontleende er weinig blijdschap aan. Ik was gespannen. De vorige keer bij de dokter had ik een klap met de hamer gehad en ik was voorbereid op de genadeklap. En niet helemaal onterecht zo bleek.
Ik denk dat ze serieus keek. Ik kon het niet zien omdat ze een mondkapje droeg. De co was er niet bij vandaag. Dat was op zich goed nieuws, want blijkbaar was het niet bijzonder wat er kwam… of ze had het de vorige keer zo verprutst dat ze was teruggestuurd naar de poppendokter afdeling… Maar toen kwam het:
Zoals ik al wist is er iets mis met mijn bloedcellen. Maar uit het chromosoom onderzoek was naar voren gekomen dat ook het transportmiddel van mijn bloedcellen mogelijk niet in orde was, het plasma. Er waren gekke plasma cellen gezien die mogelijk zouden kunnen wijzen op de ziekte van Kahler. In de volksmond zou men dit botkanker noemen…. De kans erop was erg klein, maar ze wilde het wel uitsluiten. Er moest een CT scan komen. Per saldo zou de uitkomst van deze CT voor een behandeling niet zo veel uitmaken, althans aan de patiënten zijde. De hele rotzooi kapot maken met chemo’s en vervolgens nieuwe stamcellen er in. De rotzooi zou echter moeten worden afgestemd op de diagnoses die ik heb. Ik zou met spoed worden ingepland. Niet per se omdat er haast bij zou zijn maar om het wachten te verkorten. 12 oktober was het zo ver, een CT scan.
Op 21 oktober zaten we opnieuw bij dokter Bloed voor de uitslag. Ik dacht dat ze serieus keek, want ze had een mondkapje op. Maar ik had het verkeerd gezien.. althans, aanvankelijk. De ziekte van Kahler was uitgesloten.
Ik voelde hem al hangen. De ziekte van Kahler was uitgesloten MAAR…. Nu zat er dus een vreemd dingetje in mijn long. Normaal gesproken zouden ze hierop niet aanslaan, maar bij mij wel. Het zou op een tumor in de long kunnen wijzen maar het zou ook een litteken kunnen zijn van een longontsteking bijvoorbeeld. Er moest een PET scan komen. Als er iets aangetroffen zou worden dan zou dit eerst moeten worden weggehaald middels een operatie.
Ik was het zat. Ziek zijn is geen leuke hobby. Hij is wel spannend en onvoorspelbaar.
Het voelt een beetje als een bezoek aan het garagebedrijf met een kleine onbetekenende klacht. Na het verhelpen van de kleine klacht ga je de deur uit met een waslijst aan problemen die zeker ook verholpen zouden moeten worden omdat de auto anders niet door de keuring zou komen.
Iedere keer dat ik een ziekenhuis inloop zou ik telkens met een nieuwe diagnose de deur uit lopen al of niet met verregaande gevolgen voor mijn fysieke en mentale toestand. Hoe waar dit was ontdekte ik begin november…
De achtbaan rijdt pas zes weken en nu wil ik al uitstappen. Maar dat zou erg onverstandig zijn aangezien de achtbaan snelheid aan het maken is en het uitstappen fataal zou zijn.
Ik moet denken aan het reizen met de bus toen dat nog mocht en voor mij noodzakelijk was om op de HAVO te komen. Ik stapte de bus op aan het begin van de route. Meestal zat ik met één of twee andere mensen in de bus. Onderweg stapten er bij de verschillende haltes nieuwe passagiers in en op enig moment ook het groepje jongens die aan het schreeuwen en stoeien waren. De ergernis begon. De bus raakt dusdanig vol dat deze niet zou misstaan in het centrum van Delhi… Maar de bus chauffeur bleef maar laden. Er kan nog meer bij… maar ik zag tijdens de reis al te smachten naar mijn eindhalte. Frisse lucht…

